James I

Al een paar maanden schrijf ik aan mijn afstudeerwerk. Op dit blog wil ik naast mijn schrijfproces ook mijn onderzoek delen. Ik doe onderzoek naar rouwrituelen en omgaan met verlieservaringen. 

Je koopt een goudvis natuurlijk niet met het idee dat die wel snel dood zal gaan, maar je houdt er rekening mee. Ik heb er zo lang rekening mee gehouden dat ik niet eens door had dat de goudvis op mijn bureau in ieder geval al acht jaar bij me is. Misschien langer, dat weet ik niet. Ik heb nergens genoteerd wanneer ik James kreeg.

James zwemt enthousiast voor het glas, ik las jaren geleden dat je goudvissen kunt leren door een doolhof te zwemmen. Dat vond ik te veel werk, maar ik leerde James in de linkerhoek van het aquarium heen en weer te zwemmen voor hij eten kreeg. Om te demonstreren dat goudvissen een slecht geheugen zouden hebben, doet James telkens wanneer ik aan het bureau ga zitten alsof hij nog geen eten heeft gehad.

Tijdens het schrijven let hij meestal niet op me. Tenzij ik mijn theekop te hard neerzet. Als de woorden niet willen komen kijk ik naar hem. Maar nooit te lang. Als ik te lang kijk begin ik me af te vragen of de paar donkere vlekken niet een stipziekte zijn, of hij altijd al een beetje een bol buikje had en of de witte streep die van kop tot staart over zijn onderkant loopt hem niet langzaam opensplijt. Daar moet ik natuurlijk niet over nadenken. En James doet dat ook niet. Ik weet niet wat een goudvis denkt, maar ik hoop dat het niet veel is.

Ik weet dat je goudvissen eigenlijk niet in hun eentje moet houden. Het probleem is dat het gezelschap van James steeds doodgaat en ik daar niet zo goed mee om kan gaan. Het is ook altijd hetzelfde, een probleem met de zwemblaas. Dan beginnen ze te drijven. En dan probeer ik ze op het advies van het internet te helpen, maar uiteindelijk gaan ze toch dood. Maar James niet. Hij heeft nog nooit iets gehad. Ik heb zijn compagnons door de jaren heen op verschillende plekken begraven. Ik hoop vooral dat hij ze zich niet kan herinneren.