Een levensgroot probleem

Sommige woorden zijn gewoon niet handig. Er moeten op de basisschool leerkrachten rondlopen die ieder jaar weer leerlingen laten lachen met een plaatje van iemand op die op een bankgebouw zit met de tekst ‘Ik zit op de bank’. Of zoals de ontdekking van de dubbele betekenis van kussen. Nu zou dat al onhandig genoeg zijn, maar meestal kun je uit de context wel duidelijk maken wat er gezegd wordt. Het woord waar ik vandaag over wil klagen is ‘levensgroot’.

Het woord levensgroot kan namelijk betekenen dat iets op ware grootte is, maar ook dat iets enorm groot is. En juist omdat die twee betekenissen redelijk dicht bij elkaar liggen vind ik het irritant. Bijna zo irritant als wanneer mensen zeggen ‘wat is wijsheid’ maar daar gaat het nu niet om.

Op etymologiebank.nl vind ik dat het woord levensgroot oorspronkelijk alleen heel groot betekende. En ik vraag me af hoe dat is gegaan. Zou het woord populair zijn geweest, steeds meer gebruikt en dat mensen dan langzaam gingen overdrijven met hun overdrijving. Zoals dat ze een levensgrote spin zagen, terwijl het eigenlijk een spin van heel normaal formaat was. En ik vraag me af of die overdrijving zo vaak is gebruikt dat het woord een extra betekenis kreeg. Misschien eerst alleen bij bepaalde mensen. Zoals je bijvoorbeeld weet dat persoon X altijd overdrijft en zegt 10 uur gelopen te hebben terwijl ze tien minuten door de regen heeft gedrenteld. Zodat de tweede betekenis eerst bij persoon X hoorde en langzaam de overhand kreeg.

Dan is er nog de vraag wat je aan dit woord hebt. Het lijkt me vooral te gebruiken voor iets dat van de werkelijkheid is nagemaakt, zoals een levensgrote walvissculptuur. In het geval van een walvis kunnen dan ook mooi beide betekenissen gebruikt worden zonder met elkaar te botsen, want walvissen zijn nu eenmaal levensgroot. Maar als het gaat om de eerder genoemde levensgrote spin is het dus belangrijk om naar de context te luisteren.
Stel dat iemand zegt: help een levensgrote spin (op dit moment weet je nog niet of je hier naartoe moet rennen of dat je rustig je kopje thee kunt opdrinken) die me begint op te eten. Juist dit tweede deel van de zin is belangrijk nog steeds weet ik niet of ik het in zo’n situatie zou aanraden hulp te verlenen, maar ik ben nu eenmaal een watje.