Een wiskundeleraar tekende een grafiek op het bord, eerst steeg de lijn een stukje om daarna snel naar beneden te gaan, bijna de x-as te raken en daarna met horten en stoten omhoog te klimmen. Hij deed het om ons moed in te spreken. Een wiskundeles op de universiteit waar hij ons uitlegde dat hij dit altijd bij studenten zag gebeuren, hoe ze na initieel enthousiasme vast liepen en daarna in een ‘depth of despair’ kwamen, maar dat we vertrouwen konden hebben dat het wel weer goed kwam. Ik moet er vaak aan denken, bij elk vak wat ik volg gaat het zo. Nadat ik vol enthousiasme begin, raak ik in de stress en voel ik me een domme gans*, en dan begint er iets te dagen. Langzaam, maar inmiddels weet ik dat het voor het tentamen altijd wel goed komt. Op de schrijfopleiding die ik hiervoor deed werd geen grafiek getekend, maar het idee van Maslow uitgelegd. Je begint onbewust onbekwaam, daarna wordt je bewust onbekwaam (het punt waarop de grafiek naar beneden gaat), vervolgens onbewust bekwaam, en tot slot bewust bekwaam. Die laatste twee punten zijn denk ik te vergelijken met bang zijn dat je het tentamen niet haalt en vervolgens een hoog cijfer halen. dan heb je de bevestiging dat je de stof beheerst.
Wat ik vermoeiend vind aan studeren is dat je deze cyclus heel snel achter elkaar herhaalt. In Wageningen heeft het collegejaar zes blokken (vier van acht weken en twee van vier weken), en elk blok merk ik weer dat ik deze cyclus doormaak, inclusief de enorme stress. Bij schrijven is het anders, daar ben ik graag bewust onbekwaam. Het verschil is voor mij dat ik als schrijver geen waarheden hoef te verkondigen, dan kun je beter een wetenschappelijk artikel lezen. Juist het niet weten of niet begrijpen van sommige zaken geeft er een bepaalde magie aan. Zo heb ik een tijd een fascinatie voor prinses Beatrix gehad. Toch heb ik nooit informatie over haar opgezocht en weet ik erg weinig van het koningshuis. Het koningshuis interesseert me ook helemaal niet, ik denk zelfs dat Beatrix me niet echt interesseerde maar dat ik net genoeg informatie had om er lekker mijn gedachten over te kunnen laten zwerven. En zo is het ook met walvissen, ik vind walvissen fantastisch, maar ook een beetje magisch. Ik kan niet geloven dat zoiets als een blauwe vinvis bestaat, dat is te groot, en past niet in mijn hoofd. Toch kijk ik geen documentaires over walvissen of lees ik er niet over, ik ben bang dat het de magie zou verpesten. Ik wil me kunnen verwonderen me dingen over walvissen af kunnen vragen zonder een antwoord te weten en daar oké mee te zijn. Natuurlijk kan ik me inlezen, maar ik ben erg content met het bewust onbekwaam zijn. Misschien ook omdat kennis vaak een verantwoordelijkheid met zich mee brengt en ik me daar niet aan wil wagen.
* Niets ten nadele van ganzen uiteraard