Zoek van te voren uit op welke dagen het afval wordt opgehaald. Schrijf dat op een briefje en stop het in je broekzak. Ga vroeg weg zodat je hopelijk binnen bent voordat de buren je in de gaten hebben. Ga na hoe ze ook alweer heten; Tini en Ewout links, daarnaast Walter en tegenover Joachim met Saskia. Bedenk een antwoord op de vraag hoe het gaat. Stap in de trein, vergeet je identiteitsbewijs niet, waarmee je zo een auto gaat huren. Lees in de trein de laatste e-mail die je van je moeder hebt ontvangen. Kijk naar de vrolijke foto die ze van haar en je vader in de kerstnieuwsbrief heeft gezet, herinner je dat aan de rechterkant van de kerstboom, net buiten beeld, de kerststal met de stenen figuren staat. Lees hun jaarverslag wat ze aan al hun familie en vrienden hebben gestuurd. Zucht even, maar niet zo diep dat medepassagiers het kunnen horen en je vragende blikken toe werpen.
Lees op je telefoon het echte nieuws in plaats van het familienieuws. Overweeg terug te gaan. Onderhandel met jezelf, dat je het toch wel verplicht bent, en dat je anders misschien spijt gaat krijgen. Vraag je af waar je de rouwkaart neer hebt gelegd. Vraag je af waarom je op het laatste moment toch niet bent gegaan. Denk heel heftig aan chocolade karameltaart, zodat je de laag karamel haast kunt proeven. Denk aan het fluffige van de taart, hoe de cake een beetje indeukt als je er met je vorkje op drukt. Denk aan de lange karameldraden die uitgetrokken worden als je er een puntje uit snijdt. Denk aan het koele vorkje in je mond, je lippen die eromheen sluiten. Denk aan hoe de vork uit je mond glijdt zodat het stukje taart op je tong ligt. Denk aan zoet.
Draai de radio zachter als je de straat in rijdt. Twijfel even of je het wel zult herkennen. Herken de in dierenvormen gesnoeide buxusstruiken. Merk op dat die nu wel bijgewerkt zullen moeten worden. Parkeer de auto niet op de oprit, maar langs de straat. Kijk even om je heen voor je uitstapt. Herhaal het antwoord op de vraag hoe het met je gaat. Haal de huursleutel uit de auto, berg hem op en pak je eigen sleutelbos. Voel welke sleutel je moet hebben en pak hem stevig vast. Steek dan gauw de straat over en ga langs het hek naar binnen. Loop in een rechte lijn over het mossige gras naar de deur. Voel elke stap veren, laat het mos je vooruit drijven. Steek de sleutel in het slot en duw zachtjes tegen de hardhouten deur. Merk op dat er geen kranten liggen. Ruik voorzichtig, verwacht angstig een lijkengeur, herinner je dat je niet weet hoe lijken ruiken. Herinner jezelf aan de lichamen die netjes onder de grond zijn gestopt. Loop toch snel door de woonkamer en de keuken en zet alle ramen open. Laat je jas aan en laat de slaapkamerdeur dicht. Bekijk de keurig gesorteerde stapels post op de keukentafel. Voel je telefoon in je broekzak trillen. Wacht tot die is uitgetrild. Kijk dan voorzichtig naar het scherm. Zet je telefoon uit.